In het Noordhollands Dagblad las ik een bericht dat er een politieke partij ongerust is over de toename van het aantal toeristen in Volendam. Regeren is vooruitzien. Dat Amsterdam overstroomt door bezoekers kunnen we zelf constateren als we op de bus stappen. Wij hebben in Volendam nog geen wallen, coffeeshops, Nutellawinkeltjes, Low Budget arrangementen en Uber taxi’s. We hebben ook geen Airbnb’s en een explosie van bed & breakfasten, waardoor huisjesmelkers als Prins Bernard schathemeltjerijk worden door de gestegen huizenprijzen in Amsterdam en Amsterdammers steeds vaker de stad verlaten. Nóg niet! Wel veel Chinezen met mondkapjes, gekke petjes en voorop een gids met een stokje in de lucht. In Volendam is het toerisme voortgekomen uit armoede. De schilders en schrijvers die Volendam beroemd hebben gemaakt kennen ons dorp niet meer terug. De vooruitgang heeft het oude dorp vernietigd. Des te meer toeristen, des te meer welvaart en sloop. Hotel Spaander, het uithangbord van het oude Volendam, wordt bevolkt door plassers uit de bussen. Wie tegenwoordig nog een stukje van oud Volendam wil zien kan als grootste attractie een wandelingetje over de dijk maken en dan snel weer weg naar de volgende grootstedelijke toeristenramp. Met dank aan de low-cost vliegmaatschappijen waar ik zelf ook driftig gebruik van maak. Zo zal de wal het schip keren.