Al meer dan vijftig jaar kom ik bij Pius over de vloer. Jong waren we. Er werd toen nog gewerkt met lawaaierige zetmachines. In die drukte had hij al zijn eigen hoekje. Op die leeftijd bespraken we het weekend, welke meiden we leuk vonden en wat we ‘bedakt’ hadden. Verschillende kermisdagen samen door gebracht. Op menig feestje, etentje, avondje of gewoon onder het lopen namen we de stand van zaken door. Wat hebben we veel gelachen en wat zal ik je gortdroge humor missen. De liefste vrouw, super leuke kinderen en kleinkinderen, we hadden het op de rit. Je was het laatste jaar net als ik een werkende gepensioneerde. Prikkelend kon ik je dan vragen wat je nu met al die vrije tijd ging doen? Onnavolgbaar gemurmel was je antwoord. Gelachen en zorgen gedeeld, nu ben je weg “ouwe naaier”. Weggerukt uit het leven. Nooit geen …. niks, niks, niks meer. Het leven heb je waardig als een fijnproever geleefd. Iedereen laat je vertwijfeld achter. Anneke, Berry, René, Werner en de meiden, die krijgen een moeilijke periode waarin we ze veel kracht wensen.
We zien elkaar boven vriend.