Vorige week werd ik van het Noordeinde afgeblazen door een snijdende oostenwind. Al het verkeer was ontwricht door hevige sneeuwval met als toetje ongekend schaatsplezier. Op de dijk was er geen doorkomen aan. In deze week, waarbij bijna iedereen op prehistorische wijze vermaeck beleefde, werd er uitbundig met “koek en zopie” feest gevierd op het ijs. De chaos aan blikjes en flessen op allerlei sloten werden keurig opgeruimd door vele moeders en kinderen. Deze week staat de zon aan de hemel en wordt het 17 graden, dat is een verschil van 30 graden! ‘s Morgens vroeg worden we begroet door een levenslustige zon, met vogels die hun lente deuntje fluiten en een tikkende specht in een boom. Tijdens ons ommetje zagen we veel blije mensen die genoten van het lenteweer. Zondagmiddag kregen we onverwachts visite. Na de maaltijd, gelardeerd met wat wijntjes, gingen ze vanwege de avondklok op tijd naar huis. Wij hebben nog een lekker bakje koffie genomen en hadden de volgende morgen geen punthoofd. Zo heeft iedere uitspatting met covid regels zijn voordelen