Afgelopen week logeerde een oudtante bij ons. Tijdens haar bezoek ontvingen twee van onze kleinkinderen het Heilig Vormsel en vierden we haar verjaardag hier op het dorp. Het was super gezellig. Ze heeft de haven weer even gezien en de zeelucht opgesnoven. Op zo’n hoogbejaarde leeftijd zijn ze extra kwetsbaar, dat kwam ik ook weer tegen toen ik haar terugbracht naar Brabant. Aan de rand van de stad stond op een elektronisch bord: Was je handen, hoest in je mouw! Bij binnenkomst in het bejaardencentrum werd ik door de bewakingsdienst gelijk gedirigeerd om mijn handen te wassen. Via van die rode linten belandde ik in de toiletruimte waar allerlei desinfecterende middelen stonden. We hebben met een Japanse buiging afscheid van haar genomen, in vertwijfeling of we haar nog terug zouden zien. We reden daarna naar het Gooi omdat we in dit chique villadorp uitgenodigd waren om te komen eten. Naarmate de middag vorderde werden we losser in de omgang. Er werden wat hilarische speeches gehouden, een cabaret was er niets bij. Een zoon en zijn vriend lieten zich ook niet onbetuigd, zij hieven het kakkerlied aan, met veel rollende R’s en chique kledingmerken in de tekst die je toch écht moest dragen in het Gooi. Een stukje zelfspot van hoog niveau! Zo was het met de winst van de FC weer een prachtig weekend, met in mijn achterhoofd dat de dood op de loer ligt.