Kaiserschmarrn is een Oostenrijks gerecht. Wie kent dit gerecht nou niet of heeft dit nog nooit gegeten? Het is altijd leuk om in deze dagen een Oostenrijks gerecht te maken. Niet alleen omdat het gewoon erg lekker is, maar vooral omdat iedereen daar wel een mooie wintersport herinnering aan heeft. Het heeft eigenlijk nog het meeste weg van pannenkoeken. Maar het is een beetje luchtiger en dit komt doordat je het eiwit apart moet opkloppen en later door het beslag moet roeren. Hierdoor krijg je een soort luchtigere variant van pannenkoeken. Officieel wordt het nagerecht gegeten met pruimencompote maar het gaat ook heel goed met kersencompote of heerlijke gekarameliseerde appeltjes.
Vanaf 4 persoon(en)
4 x eiwit
½ theel. zout
2 eetl. suiker
4 x dooiers
2 eetl. koksroom
2 eetl. suiker
8 gr. vanillesuiker (of 1 zakje)
2 eetl. rozijnen (eventueel wellen in rum)
40 gr. bloem
½ x citroen (geperst)
boter om te bakken
poedersuiker
Verwarm de oven voor op 180ºC. Klop de eiwit met een beetje zout en 1 eetlepel suiker tot een mooie stijve wolk. Doe de andere eetlepel suiker erbij en sla nogmaals goed stijf. Meng vervolgens de dooiers, room, vanillesuiker en citroen door het eiwit. Roer het meel voorzichtig door het mengsel zodat het niet neerslaat. Doe de boter in de pan. Als de boter goed heet is giet je de dikvloeibare massa in de pan. Strooi de (in rum gewelde) rozijnen erover. Zet de pan in de oven. Baktijd ongeveer 6-8 minuten. Kijk regelmatig even, de bovenkant moet mooi goudbruin zijn. Haal de pan uit de oven. Opletten want de steel zal zeer heet zijn. Zet weer terug op de kookplaat. Snij de dikke koek voorzichtig in grote stukken. Bestrooi ze met de suiker en bak de stukken nog even aan alle kanten. Vul 4 borden met de stukken pannenkoek en bestrooi ze met poedersuiker. Serveer ze met Cranberryjam. Let op: gebruik een grote koekenpan die in een oven kan.